maakt, dat bij een derde wereldoorlog het lot van de mensheid zelf op het spel staat.
Hiermee is het meest wezenlijke probleem van deze tijd aan de orde gesteld. Opgang naar het socialisme, of ondergang in de barbarij. Dat is de basis van mijn socialistische overtuiging: de noodzaak, een eind te maken aan elk oorlogsgevaar, een verschijnsel dat mijn leven heeft begeleid.
Sinds 1946 maakte ik deel uit van het Internationaal Executief Comité van de Vierde Internationale, om later ook lid te worden van het Internationaal Secretariaat en ten slotte - in 1958 — van het dagelijks secretariaat van dit IS.
Het was een zo uitzonderlijke ervaring, dat ik al eerder heb gepoogd, in de eerste druk van /Adiós Companeros! (1974), er iets over te vertellen. Ter wille van de duidelijkheid heb ik mij met betrekking tot de samenstelling van de internationale leiding beperkt tot haar voornaamste leiders, en ter wille van de discretie heb ik toen over vele zaken gezwegen.
De Vierde Internationale waar ik toen over schreef bestaat niet meer. Er zijn nu liefst drie Vierde Internationales, en een Internationale Revolutionair-Marxistische Tendens, alle voortgekomen uit de moederschoot van het trotskisme, evenals hun voornaamste leiders. Bovendien leven we een kwart eeuw later, en een aantal feiten is intussen wereldkundig geworden, zodat ik het aandurfde, in de uitgebreide tweede druk van ;Adiós Companeros! de ontwikkeling ervan te vertellen. En laat ik nu het woord geven aan Dr. Anton Constandse, die zo welwillend was, een voorwoord te schrijven bij de eerste druk van het boek:
22