Ook in Algerije is van alles gebeurd. In 1962 kwam Ben Bella aan de macht en voerde, mede op initiatief van Michel Pablo, het arbeiderszelfbestuur in. Maar ook daar trad, in 1965, een reactie op. Ben Bella werd gearresteerd, Michel Pablo moest vluchten.
Plus 9a change, plus reste, zeggen de Fransen, en soms heeft het er alle schijn van. Het stalinisme werd eens, door Henk Sneevliet, gekarakteriseerd als de syfilis van de arbeidersbeweging. Hoezeer hij daarin gelijk had bewezen de Moskouse processen van 1936/37, waarin revolutionairen van het eerste uur werden belasterd, tot 'agenten van Hitier en de Mikado' verklaard. In 1961, acht jaar na de dood van Stalin, hebben de poststalinistische bureaucraten Michel Pablo en mij een zelfde poets willen bakken. Voor ons aandeel in de Algerijnse revolutie hebben zij ons het etiket 'agenten van de Gehlen-Polizei' pogen op te plakken. Het bleef niet bij de waanzinnige laster, zoals veelal bij dergelijke beschuldigingen tegen revolutionaire voormannen in het Westen wel het geval was, nee, er werd tegen ons ook een zogenaamde bewijsvoering in elkaar gedraaid. Hoe dit in het werk is gegaan, ontmasker ik aan het eind van dit uitgebreide / Adiós Companeros!
En daarmee heb ik mijn verhaal als revolutionair verteld. Eens een bang jodenjongetje, later wereldreiziger in revolutionaire ideeën, ben ik teruggebracht tot wat ik ben geworden: de man die poogt op schrift zijn leven te verwoorden.
21 maart 1986 Sal Santen