'Dat is toch zonde,' had Esther door de klas geroepen, 'mijn moeder heeft het hele jaar bij het brood bonnetjes gespaard voor het Paasbrood.'
Om haar brutaliteit werd zij naar de gang gestuurd, en ik was met haar meegegaan, en samen waren wij de school uitgelopen. Ze durfden toch niets tegen je te doen, zo bang waren ze datje van het jodenschooltje af zou gaan.
Op straat hadden we zo vreeslijk lopen lachen, dat Esther in haar broek pieste. En ik had haar ineens een zoen op haar wang gegeven. Zij had een kleur gekregen, en spreken deden we er nooit meer over.
En nu vroeg ze aan tafel, waar de hele familie bijzat, of ik met haar meeging naar de Van der Pekstraat. Ik mocht bij haar logeren. Tante had het zelf gezegd.
Toen we op het Mosveld uit bus B stapten, nam ze me eerst mee naar een speelgoedwinkel op de Adelaarsweg, omdat zij haar broertje Harry voor zijn eerste verjaardag een cadeautje wilde geven. Hij was een nakomertje, en ze was gek op hem. Om dat te bewijzen zoende ze hem op zijn billetjes, of ze zwaaide met zijn poepluier. Altijd deed ze zulke dingen, en keek dan naar me of ik het vies vond. En nu vertelde ze geheimzinnig dat hij een ongelukje was, maar dat ik er met niemand over mocht spreken. Van haar zakgeld ging ze een cadeautje van een dubbeltje uitzoeken.
'Laat hem niet vallen,' riep tante Rachel angstig, toen ze uit de keuken komend zag dat ik Harry op mijn schouders had getild en hij zich achterover had laten vallen, zijn ruggetje langs de mijne, terwijl de knieholten in mijn schouders haakten en ik hem bij zijn enkeltjes vasthield.
14