begonnen. Plotselinge scènes tussen mensen die elkaar niet meer begrepen, terwijl de warmte tussen hen verkilde. De eeuwige strijd om de gunst van het kind, zodat zij eerst bij haar moeder, toen bij haar vader en ten slotte bij haar moeder bleef. Liesje had zich geschaamd voor buurkinderen, vriendinnetjes uit de klas. Veel erger was het geklets in de familie geweest, die automatisch partij koos voor de 'eigen kant' en daar tegenover Lies blijk van gaf door haar moeder te beschimpen, of haar vader.
Het was door het onweer laat geworden met opstaan, en we hadden toch al veel te lang geslapen. Eerst gevrijd, juist in de vruchtbare tijd. De eerste twee jaar van ons trouwen hadden we nog geen kind gewild, maar plotseling waren we onrustig geworden, van gedachten veranderd. Er kon oorlog komen. Met de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland door Hitier was het nog met een sisser afgelopen. Toen de Duitse inval in Tsjechoslowakije. Je raakte er aan gewend. Of suste je je zelf in slaap? 'Wij moeten niet langer wachten,' zei Lies, 'je weet nooit wat er gaat gebeuren.'
En toen bleef het uit. Zoals we voor ons trouwen angstig waren geweest als de menstruatie een dag later kwam dan op de kalender stond, zo ontmoedigd waren we nu bij de eerste bloeding. We rekenden nauwkeurig de vruchtbare tijd uit, en Lies ging er speciaal voor liggen om geen zaad te verliezen: met de benen omhoog.
Het had allemaal niets geholpen. De maanden van afwachten knaagden aan ons zelfvertrouwen. Als Liesje eens geen kinderen kon krijgen? Tante Stien uit Arnhem had er zich voor laten opereren, en was in het ziekenhuis gestorven. Een afschuwelijke rouwvisite, waar ik, samen met mijn broer, bang voor de smart van familieleden, aarzelend naar toe was gegaan, en waar verre verwanten de rouwkaartjes controleerden om te zien wie er te veel
83