Terwijl wij onze kampeerspullen in de zon te drogen legden, viel mijn oog op de krant van enige dagen geleden, zorgvuldig bewaard om zijn historische waarde, en nu doorweekt.
'De Duitse rijksregering en de regering van de Unie der Sowj et-republieken, geleid door de wens, de zaak van de vrede tussen Duitsland en de u.s.s.r. te bevorderen en uitgaande van de principiële bepalingen van het neutraliteitsverdrag, dat in April 1926 tussen Duitsland en de u.s.s.r. is gesloten, zijn het volgende overeengekomen.
Artikel 1.
De twee contracterende partijen verbinden zich, zich te onthouden van iedere gewelddaad, iedere agressieve handeling en iedere aanval jegens elkaar, en wel zowel afzonderlijk als tezamen met andere mogendheden.
Artikel 2.
In geval een der contracterende partijen het voorwerp zou worden van oorlogsdaden van de zijde ener derde mogendheid zal de andere partij deze derde mogendheid in generlei vorm steunen.
Artikel 3.
De regeringen der twee contracterende partijen zullen in de toekomst voortdurend voeling met elkaar houden, ten einde elkaar wederkerig in te lichten over vraagstukken, die haar gemeenschappelijke belangen raken.
Artikel 4.
Geen der twee contracterende partijen zal deelnemen aan enigerlei groepering van mogendheden, welke direct of indirect tegen de andere partij is gericht.
80