sen die alleen maar zorg hadden om het eten. Hij bemoeide zich nergens mee, geen illegaliteit, geen joodse familie, een vaste gemeentebetrekking en daarom geen Arbeitseinsatz, zo nu en dan een extra kool, een broodbonnetje, en toch...
We stonden beneden in het portaal van de nieuwe woning met het houten gevaarte, en wisten niet hoe we het boven moesten krijgen. Hijsen ging niet, zonder blok, zonder touw. Lies gaf aanwijzingen hoe het wel kon. Ik zou onderaan lopen om de grootste vracht op te vangen.
Straks val ik ermee de trap af, krijg ik alles op me, dacht ik tegen beter weten in, en ineens voelde ik me vreselijk moe, alsof alle wilskracht uit mij was weggevloeid. Waar was het allemaal in hemelsnaam goed voor? Verhuizen in deze tijd?
De benedenbuurman, loodgieter van zijn vak, had in een kast van onze zolderkamer het plafond weggehakt, zodat je door het open gat naar de vliering kon klimmen voor het geval er huiszoeking mocht komen, maar het triplex-houten schijnplafond dat je daarna, op een balk gezeten, omhoog moest trekken om het gat te dichten, paste niet helemaal, en ik hield mijn hart vast voor wat er in de praktijk zou kunnen gebeuren.
Lies je en ik namen de slaapkamer waarlangs de regenpijp liep. Als er 's nachts gebeld werd zou ik me naar beneden laten glijden, mijn broek lag naast ons bed, en ik zou door het poortje van de gemeenschappelijke tuin vluchten, de sleutel ervan hadden we van Liesj es oom gekregen die bij de woningbouwvereniging werkte.
Lies had aan alles gedacht. We mogen niet op het allerlaatste ogenblik onnodig risico's lopen, onderstreepte ze steeds. Daarom bracht zij een pakje illegale krantjes
117