Sal Santen - De tocht van ‘een bang jodenjongetje’ (artikel van Elsbeth Etty in 'Het Amsterdam van ...')

Titel
Sal Santen - De tocht van ‘een bang jodenjongetje’ (artikel van Elsbeth Etty in 'Het Amsterdam van ...')

Jaar
1995

Druk
1995

Overig
1ed 1995

Pagina's
9



Twee jaar eerder dan Sal vertrok Saartje Santen naar de driejarige HBS in de stad. Toen ze vlak voor haar eindexamen TBC kreeg, oordeelden haar ouders dat de dagelijkse tocht naar school de oorzaak was van haar ziekte en zo kwam er een einde aan de episode Tuindorp. Midden in de Pijp, in de Eerste Van der Helststraat 15*. opende Barend Santen eind jaren twintig een nieuwe schoenwinkel en niet ver er vandaan vonden ze ook een woning. Saartjes ziekte en dood zijn door Santen in verschillende boeken beschreven als een reis door Amsterdam die begint bij de Achtergracht, waar de kinderen Santen moesten worden doorgelicht, en die via de Nieuwe Kerkstraat, waar Saartje werd opgebaard, leidt naar de joodse begraafplaats in Diemen, waar nog altijd haar grafsteen staat. Onder de Hebreeuwse tekst is gebeiteld: 'Hier rust onze lieve dochter Sara Santen, overl: 17 marches-wan/19 nov. 5690, oud 16 jaar. R.I.V.' Eronder is na de oorlog toegevoegd: 'Mede ter herinnering aan onze lieve ouders Barend Santen en Sientje Santen-Menko en onze lieve broer Maurits die na deportatie niet zijn teruggekeerd.'

Santens procédé waarbij herinneringen worden opgeroepen en herbeleefd aan de hand van straten, huizen en gebouwen, werkt het sterkst als hij over de oorlog schrijft. Nog steeds kan ik het Muiderpoortstation niet passeren zonder te denken aan de tranen van Sal, die daar zijn vader voor het laatst omhelsde. Mee naar binnen mocht hij niet. Voor joden verboden, behalve met een speciale bestemming. 'Ik geef hem een zoen, onhandig, het gebeurt nooit meer, het prikt. Hij zoent me terug op mijn hoofd. Haastig gaat hij weg, kaarsrecht als altijd - vader is erg trots, zegt moeder vaak - zijn haar grijs, tegen wit aan.

Kan ik hem nog zien als ik onder het viaduct sta? Ja, daar loopt hij, op het perron. "Vader," schreeuw ik. Even kijkt hij op, verbaasd, hoort hij het goed? "Vader, vader." Nu ziet hij me, door de gleuf van het viaduct en wuift met zijn zakdoek. Een ogenblik, de trein komt er al aan.'

In de Cornelis Springerstraat in Amsterdam-Zuid, waar Santen in de oorlog woonde met zijn vrouw Bep Blaauw, werd niet lang daarna (maart 1943) ook Sals zieke moeder weggehaald en naar de Hollandsche Schouwburg gebracht. 'Bep is met haar meegegaan, tot de Tulpkazerne...' schrijft Santen in zijn boeken en de lezer loopt er - meestal huilend - achteraan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.