Sal Santen - De tocht van ‘een bang jodenjongetje’ (artikel van Elsbeth Etty in 'Het Amsterdam van ...')

Titel
Sal Santen - De tocht van ‘een bang jodenjongetje’ (artikel van Elsbeth Etty in 'Het Amsterdam van ...')

Jaar
1995

Druk
1995

Overig
1ed 1995

Pagina's
9



het afscheid op het Centraal Station is ontleend, gaat in de eerste plaats over Amsterdam. En wie Santens geschiedenis kent, begrijpt waarom.

DE SCHADUW VAN HET VERDRIET

Kort na de oorlog was Santen op eèn politiek congres in Parijs. Zijn buitenlandse kameraden hadden medelijden met hem: 'Daar heb je Sal Santen uit Nederland. Hij heeft in de oorlog zijn hele familie verloren. Maar wat weten ze ervan, vraagt Santen zich in Adios Companeros enigszins verbitterd af. 'Waarom zeggen ze anders zonder mankeren, twee tellen later: "Kom je uit Amsterdam? Dan heb je geluk gehad, bien sur, alleen Rotterdam is immers zwaar gebombardeerd?" In de paar regels die dan volgen, ligt de complete thematiek van Santens oeuvre besloten. 'Uit Amsterdam zijn alle joden weggevoerd. Tien procent van de bevolking. Driekwart ervan is vermoord. Waarom let ik toch altijd op zulke details. Komt het omdat ik het verdriet niet meer van me af kan schudden na alles wat er in die jaren is gebeurd? Het begeleidt me als een schaduw, 's avonds als ik probeer de slaap te vatten, 's morgens bij het wakker worden. Als die avond toen ze voor moeder kwamen niet juist de ziekenstempels waren ingetrokken... Als vader niet naar dat werkkamp was gegaan... Als de Sicherheitsdienst Maurits niet had gegrepen, op dat laatste stukje van Zwolle naar de Noordoostpolder...'

Als, als, als... Maar het is allemaal wél gebeurd. Santens hele familie is door de nazi's vermoord en dat is zijn leven blijven beheersen: heimwee, schuldgevoelens, obsessies — onlosmakelijk verbonden met Amsterdam, waarvan het stratenplan van noord tot zuid en van oost tot west het register vormt van San-tens herinneringen. Amsterdam is nooit uit zijn gedachten. Op weg naar zijn revolutionaire missie in Latijns Amerika, aan boord van een schip op de Atlantische Oceaan, mijmert hij niet over de avonturen en gevaren die hem in Rio de Janeiro wachten, maar over de Foeliedwarsstraat. 'Vandaag 19 november, is de sterfdag van mijn zusje. Vroeger heb ik daar minder aan gedacht dan tegenwoordig. Ik geloof dat haar dood een grote invloed op mijn leven heeft gehad en vraag me voor de zoveelste keer af waarom, en hoe. Kan ik nu nog verdriet hebben om iets wat bijna een kwart eeuw geleden is gebeurd? Het kan haast niet. En steeds weer komt de herinnering aan de tijd dat Saartje met vader en moeder meeging om bij onze grootouders in de Foeliedwarsstraat te wonen, omdat het huis van vader wegens zijn bankroet was verkocht en we geen onderdak meer hadden. Maurits en ik werden bij een oom en tante [in de Plantage Doklaan - EE] ondergebracht. Ik moet zes jaar zijn geweest.'

Sara Santen, Sals twee jaar oudere zusje, stierf in 1929 op zestienjarige leeftijd aan tuberculose. Aan haar wijdde Santen in 1969 zijn debuut Jullie is jodenvolk en in 1983 zijn roman Saartje gebakken botje. Waarom inspireerde juist zijn jong gestorven zusje hem tot schrijven? Omdat haar dood concreet en tastbaar was in vergelijking tot de niet te bevatten verschrikkingen die de rest van de familie zou treffen. Om Saartjes dood kon worden gerouwd met het hele gezin: de schoenmaker Barend Santen en zijn vrouw Sientje, Sal en zijn jongere broertje Maurits. Die rouw heeft de schrijver Sal Santen verbonden met de tragische ondergang van de rest van de familie en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.