SIGAREBANDJES
Ik wist niet of oom Izak op school zo knap was geweest als vader of als tante Roosje, daar werd nooit over gesproken en hij vond zichzelf maar een heel gewoon mens die op een ukelele speelde, zijn soep 's avonds niet lustte als Ajax had verloren, hartstochtelijk kaartte en schaakte en damde, zich over politiek niet kon opwinden en lang geleden met vader kwajongensstreken had uitgehaald waar ze nu nog om lachten: de staart van ons hondje groen geschilderd bijvoorbeeld.
Van de gewone dingen des levens was oom Izak evenwel beter op de hoogte dan wie ook in de familie. Nog voor het eind van de competitie voorspelde hij wie er met voetballen kampioen van Nederland zou worden. De letters aed van een voetbalclub uit de Jodenhoek betekenden Adenoi een Doelpunt, en als je hem niet geloofde moest je het maar ter plaatse vragen. Het aantal van de huizen dat bij de cycloon in Borculo was vernield wist hij nauwkeurig te vermelden, evenals het feit dat de scheidsrechter bij de laatste voetbalwedstrijd tussen Nederland en België een jehoede was. En wie het niet geloofde moest eens goed de foto bekijken: de koegel lag op zijn neus.
En voor ons, de kinderen van Barend en Sientje, jeletjes zei hij niet, daar vond hij ons te groot voor, was oom Izak een goede oom, die de tijd nam en met ons speelde.
'Een paard aan de kant is een charpeneschant,' waarschuwde hij, toen hij bezig was mij schaken te leren. Ik moest het paard zo min mogelijk aan de kant van het bord plaatsen, omdat daarmee zijn actiemogelijkheden voor de helft werden beperkt. Snapte ik het niet zo gauw? Denk eens goed na.
Zo had hij zijn eigen uitdrukkingen.
60