Slaapdronken liep ik naar de achterklep.
'Springen' gelastte de opzichter van Ons Huis en reikte mij zijn hand.
Ik kon het heus wel alleen, net als op gym, daar was ik ook goed in springen. Mijn bovenlichaam naar links buigend om de man te ontwijken, sprong ik uit de auto en smakte met mijn kin tegen de straatstenen.
59