44 DE ECONOMISCHE TOESTAND.
Hoewel meer door verstandelijke invloeden be-heerscht, dan door de sfeer der groot-industrieële verhoudingen daartoe aangezet, gaat Amsterdam ook in andere bedrijven voor met het vormen van vak-organisaties. De stad puilt buiten hare wallen uit; er wordt gebroken en gebouwd; het zijn de bouwvakarbeiders, die geroepen zijn de aderen te verleggen, het gebeente der stad te versterken en daartusschen het weefsel aan te brengen. Deze buitengewone bedrijvigheid doet het organisatie-begrip post vatten in de hoofden der bouwvakarbeiders. De timmerlieden vereenigen zich in 1865 en geven hunne organisatie, gelijk dat gebruikelijk was, een Latijnschen naam: Concordia Inter Nos. De schilders volgen in 1866, de metselaars in 1870. Het ijs is nu gebroken en de andere vakken volgen spoedig.
Typisch Amsterdamsch is de verdere ontwikkeling van de vakbeweging. Grootgebracht in de loterij- en vischcolleges, die zelden de grens van de buurt overschrijden, bakent elk deel of onderdeel van een vak nauwkeurig zijn grenzen af. Federatie of centralisatie zijn leuzen, waarover fel gestreden wordt. Alweer komt een specifiek Am-sterdamsche gebeurtenis de richting van de verdere ontwikkeling der vakbeweging beïnvloeden.
November 1894 stichten de diamantbewerkers