Amsterdam en zijne bevolking in de negentiende eeuw

Titel
Amsterdam en zijne bevolking in de negentiende eeuw

Jaar
1920

Pagina's
270



38    DE ECONOMISCHE TOESTAND.

het met industrie en bedrijf verder bergafwaarts.

Een enkel, maar dan ook sterk sprekend voorbeeld, waaruit kan blijken, hoe hard het ging.

Over het jaar 1843 rapporteerde de Kamer van Koophandel aan Burgemeester en Wethouders, dat te niet gingen:

1    kunstazijnmakerij

3 chocoladefabrieken

2    grutterijen

1 houtzaagmolen 1 huidezouterij 1 kalandermolen 1 korenmolen 5 suikerraffinaderijen


1 fabriek van stoom- en andere werktuigen 1 suikermolen 1 specerijenmaalderij 1 tullefabriek 1 ijzergieterij 1 zeepziederij van toiletzeep.


De eenige ververij, zoo ook de vermillioenfa-briek, stonden bijna geheel stil. Naar de meening van de Kamer van Koophandel volgt hieruit, „dat als deze schrikbarende achteruitgang niet gestuit wordt, het te voorzien is, dat de fabrieken en trafieken in deze stad meer en meer zullen teniet gaan en een aantal werklieden, welke daardoor bestaan, aan de armenkassen zullen vervallen.”

De Kamer somt ook de oorzaken van dit verval op.

De stedelingen hebben de bescherming verloren, welke zij vroeger door privilegiën en stede-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.