HOOFDSTUK II.
DE ECONOMISCHE TOESTAND.
Scheepvaart en Handel.
Bij het bestudeeren van de bronnen, die tezamen de hoofdtrekken van het beeld moeten verschaffen van den economischen toestand van Amsterdam, waaruit men het antwoord moet samenstellen op de vraag: hoe en waarvan leefde de bevolking in de 19e eeuw? kan men niet aan den indruk ontkomen, dat het Amsterdam in de eerste drie vierden van die eeuw toch heel slecht ging. De bevolking was — historisch volkomen verklaarbaar — te zeer van Scheepvaart en Handel afhankelijk. Bestuurders van de stad, zoo goed als alle rechtstreeksche belanghebbenden, hadden slechts oog voor hetgeen binnen hun gezichtskring lag en vergaten wel eens te vaak het groote risico, dat er voor een stad aan verbonden is, om alles te zetten op ééne kaart. Welvaart van enkelen werd wel heel sterk beschouwd als welvaart van allen, hetgeen verklaart hoe het