2Ó
UITBREIDING VAN AMSTERDAM.
het doel van dit geschrift, zal het geen bezwaar ontmoeten, wanneer het cijfer gegeven wordt, dat de Protestanten van de verschillende schakeeringen omvat. Dit is voor 1812 per 1000 inwoners 686.8, in 1909: 522.3, dus 164.5 Per 1000 minder.
De groei der Joodsche bevolking is geringer dan vrij algemeen wordt gedacht: slechts 8.3 per 1000 inwoners, van 99,4 tot 107,7. Dit cijfer zou eenigzins gunstiger zijn, indien niet het aantal der Portugeesch-Israëlieten relatief achteruit gegaan ware. In totaal is hun aantal 4800, tegen 56.170 leden van de Nederlandsch-Israëlitische Gemeente.
Een nieuwe categorie, in 1812 nog bijna onbekend, vormen degenen, welke tot geen gezindheid geacht worden te behooren. Voor 1815 vindt men aangeteekend slechts 0.7 per 1000, in 1909 118,2. De groei van deze categorie dateert eerst van 1879, toen ^et cijfer nog slechts 3,6 was; daarna stijgt het in de tijdvakken 1889—1899— 1909 respectievelijk tot 18,6, 59, 118,2. Het aantal in dat jaar bedroeg 66.902. Dit cijfer is de uitdrukking van een sterk veranderde geestesgesteldheid van een deel der bevolking.