Simcha, de knaap uit Worms

Titel
Simcha, de knaap uit Worms

Jaar
1936

Overig
De knaap uit worms

Pagina's
395



Teeken, öf van hun ondergang als van Sedoum en Amou-ro, óf van hun redding in de komst van den Mosjiag, van den Gezalfde. Uit dezen gloed zal hij dan te voorschijn treden, om hen land en verband, hun Eerets Jisroyl, waarnaar zij terugsmachten in hun opgedrongen eenheid, te hergeven en hen onder de volkeren van de aarde voor altoos te beveiligen en te doen erkennen. Visioenen uit het verleden scheuren zijn verbeelding wijd open: God verscheen zoo aan Abraham en Mozes; Eliah vaart met wagens en paarden van vuur ten hemel. — Stil, Malka! — Alles ziet hij in den gloed: een profetenfiguur teekent zich tusschen diepte-verschillen van die vurigheid duidelijk aaneen; een vrouwelijk wezen rust er aan een van de buitenste grenzen; trotsche paardenkoppen rekken er op halzen die in den rooden poeier verzinken.

Wat moet de mond te zeggen vinden, God van ons, Almachtige, ons onbekend, en voor wien van ons niets verborgen bleef? Waar zijn zij, die Gij genomen hebt, uit Worms? Ach, ik ben een zwakke Knaap; handen en voeten, ooren en neus hebt Gij mij af gekapt. God van mijn arme volk, wat wilt Gij? Wat moet ik verstaan, welk Teeken wilt Gij mij doen kennen? Mocht ik niet Simson’s kracht en de snelheid van David om hen te redden? Mocht ik, een arme Knaap die het leven liefheeft naar Uw Gebod, klein in de macht van den vijand die Uw vijand is —, mijn wil niet bouwen tot een daad, hen ter hulp?

Hij buigt zich nog eens voorover, en fluistert weer: ,,Malka stil! Malka toch!” En ziet weer op, en boort zijn blik in dien rossig stuivelenden gloed aan den avondhemel en zoekt vergeefs te begrijpen en vindt niets meer dan dat het ontzaglijk is. Alles, zijn hoop, zijn angst, kan hij er onderzoekend op leggen: het antwoordt niet anders dan met suizende grootheid, manend, fluisterend, als met beradende monden van Engelen over den dienst van God’s glorie, maar voor hem in ongenaakbare triomfantelijke geheimenis gehuld, niet hooghartig, niet vijandig, maar de uiterste rekbaarheid van zijn eigen ontdekkingsvermogen. Vader, denkt hij, kan het niet mee aanzien, ik ben alleen.

302

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.