De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



Aan het eerste portier stond Meijer opgewonden stil te wachten op de ouders. Ouwe Beem was naar de deur geloopen en liet Wolff en diens vrouw voorgaan den winkel uit, om daarna zelf met Moeder Beem in te stappen. De Beer en zijn vrouw zouden daarna gaan; dan de drie getuigen en eindelijk het bruidspaar. Hij zag naar buiten, de eersten instappen; de waardige plechtigheidsgevoelens van alles maar vooral goed en netjes te laten afloopen, overheerschten alle ernstiger gedachten in hem. Zijn gezicht stond gaaf bemoeid, binnen de feestelijke verpropering van opgestreken hoed en linnengoed, om de buitendeur heen het instappen der anderen te volgen; dan keerde hij zich naar zijn vrouw, en zei haar, nu te gaan. Maar vóór haar uit ging hij even naar buiten, om te zien wat woeling er onder kwajongens en men-schen gonsde om de rijtuigen. „God, god,” riep hij, „waar komen al die menschen vandaan? Is dat allemaal voor ons?" Hij zag honderden aanloopen in een dooreenwirreling over de straat, langzaam in dichte rijen, eindelijk de rijtuigen voorbij.

„Wat is d’r te doen?"’ vroeg hij een der koetsiers, die, afgestegen van zijn rijtuig, waaruit de hoofden der ingestapten zich kijkend bogen, de straat stond over te spieden.

..Een oploopje...." zei de koetsier, „d’r wordt er een opgebracht, geloof ’k.”

„Hè?” zei de ouwe ldeek en liep vooruit tot het laatste rijtuig, ..hè....?.... Ogod ogod!” kermde hij, terwijl zijn handen zijn gezicht beknepen, „god in den hemel.... Vater Jisróijl!— «laar hebben ze die jonge....! daar hébben ze ’m....!” Omdromd van honderden die dichtbijeen gedrongen meestapten, sjokte Joop tusschen twee agenten, zwaar geboeid over het midden der straat. Wanhopig had hij met zijn verbeelding gevochten, om zich maar wèg te denken van de om-schreeuwing der velen die hem kenden, en die hij, terwijl ze naast hem en zijn kwellers meemarcheerden, met zijn ontzielende vernedering scheen te moeten vermaken.

Al tien minuten had hij zich laten sleepen, niet bij machte gewillig mee te loopen. nu de agenten hem onder Grietjes

250
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.