vakvereenigingen buitengezet. Van den georgani-seerden-steun uitgesloten. Zonder motiveering vaak. Zonder beoordeeling door algemeene ledenvergadering. Van bestuurswege. Verbitterend overgeleverd aan de worsteling met armbestuur. Klasse-saamhoo-righeid opgeheyen.
Marietje Minke kwam thuis met de mededee-ling van een arbeids-conflict aan haar blikfabriek. Ontslag van een paar meisjes om herhaling van kleine vergrijpen en tekortkomingen: te geringe werk-prestatie; babbelen aan de machines; eentje kwam den Maandagochtend te laat, na een nacht feest met haar vrijer, vergoeding voor een volle week sappelen. Tegelijkertijd nieuwe eischen van de directie voor de anderen: meer stuks door de ma-chine’s gooien; een kleine loonsverlaging, om het product goedkoop te kunnen afzetten in het crisisgevecht. De meisjes te hoop geloopen. Weinig organisatie; de geest van Marie’s omgeving had haar in het schaftuur opgewonden te weer gesteld. „Doene me niet. ’t Is jen. Me doenen het niet. As me allemaal same bennen, laat ze toch een strop aan ons hebbe”. Eén van de meisjes, lid van de moderne fa-brieksarbeidersbond, ergens naar de telefoon gesneld: verbinding met haar bestuur. Bespreking, overleg met de directie, onmiddellijk afhandelen. Directie ontving; loopende bestellingen moesten afgewerkt: boete of weigering van den order bij aflevering na contract-tijd. Ontslagen ingetrokken tot volgend verzuim; loonsverlaging half teruggenomen.