Ter bruiloft

Titel
Ter bruiloft

Jaar
1932

Pagina's
230



volks-eerbied voor het leger. Hij kan het niet ge-looven, hij wordt dol. Trapt tegen de deur, tegen de muren. Huilt en brult en schreeuwt van woede en beleedigdheid. Niemand neemt nota van hem. Hij is van het Leger. Geen vader of moeder heeft meer recht op hem. Als zijn woede, zijn huilen, zijn brullen, zijn uitzinnige spijt, zijn gewelddadigheid drie dagen lang stijgen, stuurt men een arts binnen. Hospitaal. En Dina mag komen kijken, hoe hij den dood in-ijlt. Vreemd van opgezetheid. Kloppende slaap- en hals-aderen. Niemand die schuld heeft, vertoont zich; niets meer aan een leven te redden. „Een kind van negentien”, redeneert de arbeiders-moeder, „voor een uur buiten de kazerne loopen in zijn eigen kleeren”. „En dat blijft maar rondloopen. Of ie zeggen wil: zoo is het toch zeker in orde geweest”, zegt zij tot het meisje. Die wist het van Piet. Van Piet Woudenberg, die bevriend met den jongen geweest was.

„O, ik ken ’t niet mooi vinden hoor,” zegt Sieu-wert ervan, „maar je ken alles ook niet vooruit weten ook”.

„Dat ken wel. Maar het is te begrijpen dat je zoo iemand toch niet vriendelijk ankijkt. As het die gevolgen heb gehad.”

Sieuwert blijft vreemd, voor Leida. Hij schertst tot haar over de leelijke poppen of vleeschlooze staken van bediensters. Zij antwoordt resoluut dat die zoo gekozen worden. Omdat het anders maar allemaal afspraakjes met de mannen wordt hier.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.