Ter bruiloft

Titel
Ter bruiloft

Jaar
1932

Pagina's
230



een flard van haar gedachten van vandaag: Woudenberg en Draaier vragen, het kostgeld bij haar....

„Ik heb niet....”

Haar onmacht zonk in hem, uit de kamer, waar hij nu meester werd. In zijn lichaam: leegte vol spanning. Vervoering die alles in hem trillen deed. Altijd op de helft van een daad teruggeweken. Nu! Nu! Welke ook____ een daad. Heerlijke, wezenlijke, volle

daad. Nu dan. Éénmaal! Haar zegden zijn oogen genoeg. Blind over haar leven heen. Naar haar keel. Daar greep zijn vuist. Meteen vast. Zij kon niet meer schreeuwen. Haar stem met haar keel zat in zijn greep. Zij wist alleen nog snel: dit was het. Verwacht, en niet tot zich dóór durven laten. Het groote ongeluk. De straf. Daarvoor had zij het geld gekregen. Alles moest over haar komen. Verbidden haalde het tot haar. Zijn andere vuist sloeg tegen haar kleinen schedel. Zij dreigde te vallen. Hij hield haar bij de keel. Haar mond stond open. Er kwam een doek in. Zij wilde het roepen. Huilend. „Dat geld! Ik wil dat geld niet hebben! Iedereen!”.... Het kon niet meer naar buiten. Zij stikte in die prop. Wilde braken. Kon niet braken. Haar oogen werden wijd. Zweet drong naar buiten, van benauwdheid, angst, om het verdere. De zijne gingen wilder staan. Hij ging aan het werk. Had in zoolang niet gewerkt. Werk! Mooi werk! Sloeg zijn armen om de hare heen. Knelde ze om haar lijf. Bond haar met een touw uit zijn zak. Het kraakte. Zij kokhalsde. De wereld tolt voor hem. Hier is de we

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.