te. Overigens verstonden de beiden partijen elkaar. Elk de hoop, zich zoo goed mogelijk te houden in den afloop. In weerwil van allen haat: op den bodem van elk der harten een zeker minimum ontzag jegens den gezamenlijken lijfelijken moed. Jegens de uiterlijke gewelddadigheid die hen allen bezighoudt. Grens-linie van twee orden tusschen hen. Gelijke afstand van de scheidingslinie brengt gelijkenis van houding. En in de smalle korte straten van de Jordaan: een treffen als in een kleinen oorlog. Twee legers die zakelijk afwerken. De arbeiders, formatie nog, eenmaal in de wijk: de politie zet de toegangspunten af. Werkeloozen moeten zich verspreiden in enkelingen die hun woning zoeken. De uitersten van verbittering treffen elkaar nog. In die felle kortheid van straatjes. Op dat diep-vijandige terrein. De eene partij voelt er zich waardig thuis. De andere is er strategisch machtig, buiten de oogen van de burgerij, die de keuken niet zien wil van haar rust. Een kleine korte heftige guerilla, alomtegenwoordig, in twintig straatgevechten. Omtrekken, de arbeiders. Aaneensluiten. Terugdeinzen voor een overval die levens kan kosten. Weer ergens anders ontzag winnen tegen een zwakke patrouille. En enkele bloedige wraaknemingen van weerszij. Tien minuten te voren: een oude speelsche volkswijk. Voorzichtige drukte van verkeer. Luidruchtige gemoedelijkheid in winkeltjes en bij buiten-stalletjes, kinderen ravotten er vrij in rond, glijden op hun auto-ped’s tot aan de hooge