Ter bruiloft

Titel
Ter bruiloft

Jaar
1932

Pagina's
230



„Nou meneer— Zij doet abseluut geen kwaad hoor. Het is abseluut een goed beest Werkelijk abseluut een goed karakter. Als ik het niet wil, ze zal U om zoo te zegge letterlijk niet aanrake. Minka! Liggen Minka!” Dekker stond met zijn voeten tegeneen, veerde met zijn lijf voorover. Vuist aan arm betoogde mee. „Meneer”, zacht, beschaafd, beheerscht, met des te dieper overtuigingskracht: „dat binne beeste. Die beschame menig mensch. Zoowel wat trouw en verdere karaktereigenschappe betreft, als wat verstand aangaat.” Prins genoot. De rest, behalve Van Buren en Sieuwert die beleefd luisterden, had een glimlach. Dekker was niét uit het veld te slaan, stond zijn man. „Meneer laat ik U zegge laat niemand an me komme. Als ik het niet belet: Zij verscheurt em. En nou zult U zegge dat is wiens brood men eet wiens woord men spreekt: nee meneer, dat zit werkelijk in het karakter van het beest, begrijpt U wel? Dat is omdat het beest heb haar onbedorven aard begrijpt U wel? Ik maak ze toch alle dage mee. Zij is niet laf meneer.”

Willem Bonte’s werkeloozen-hondje maakte zich klein. De groote blikte koel die richting uit. Objectief. Klaar om het voddige wezen te verscheuren dat hond wilde heeten. Piet Woudenberg had een paar kwartjes bij zich gekregen om in de Lunchroom Van Buren te bekijken. Riep dat Dekker zijn hond toch nuttiger kon besteden. Of hij er dan geen sociaal doel mee had? Ten slotte toch wel, zeker?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.