Ter bruiloft

Titel
Ter bruiloft

Jaar
1932

Pagina's
230



tocht naar het Armbestuur. Toen was het toch ook: een mensch moet voort. Is ze ook alleen; dit is toch zeker een vingerwijzing: een mensch moet leven. Maar dit doet haar leven met haar dooden. Het gekke geld, wat moet zij daarmee? Zestig gulden alle weken te verteren, zij alleen. Durft er niet van praten. Zoo bang voor alles, als ze het eenmaal haar bezit moet gaan voelen. Wie zal het haar laten. Altijd heeft de wereld gebrandschat. Alles wat zij had. Haar vodden. Haar broodschimmel. Het zwoeggeld van haar mannen. Haar kale stoelen. Haar zwaar opgebrachte huishuur. De loontjes van haar kinderen. Weet de wereld wat zij in handen kreeg: zij zal op haar aanvallen. Haar met list bedriegen, ondoorzienlijk. Haar weer met leege handen laten zitten. Bitterder en verlatener dan ooit.

Voorzichtig, voorzichtig. En dat drukt. Dat klaagt aan. Dat jaagt op. Armoe rondom, bij de weinige kennissen. Vroegere buren. Familie. Kinderen die in gebrek wegteren. Vrouwen ingevallen en asch-grauw: Uitgedoofde oogen, stompzinnige jacht achter de zorgen aan. Zij, met haar gekke geld. Langzaam, berekend, durft zij maar naderen. Een kwartje, een halve gulden. Een versnaperingetje. Geen verklaring. En de plotselinge oogenblikken van het volle besef: zestigduizend gulden. Haar leven lang overvloed, als zij wil. Wie houdt het uit. Een kleine zwakke vrouw, met een gebroken pols, in het bad, vertelt haar machtige vriendelijke verpleegster het geheim. Hoe het onbegrijpelijke lot haar heeft on-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.