Ter bruiloft

Titel
Ter bruiloft

Jaar
1932

Pagina's
230



verminking. Een gulden weekgeld, voor alles, buiten slapen en de voedsel-basis, en geen dubbeltje komt erbij. Van Maandag tot Vrijdag meestal zonder een koperen cent op zak. Zorgen in het kosthuis op etenstijd bij de bak te zijn, of het is knudde. Dan nog liepen zij dag aan dag hol. Radeloos verbitterd naar het lichaam, door de weelde van de burgers heen. Elke goed gekleede burger of burgeres een doodsvijand. Café’s, vrouwen, auto’s, rijke keukens. Kostbare kleeren. Winkel-etalages met schatten aan eten en spullen. Tot den grond toe van het ontstaan van dat alles peilen zij, met hun grooten, wilden, toch beklemden honger. De voortbrengers, zij. De kenners van de grondstoffen. Van de opgejaagde prijzen. Van de middelen waarmee het alles betaald wordt. Van de slimheid in de organisatie, die overgave eischt van alle kracht geslachten achtereen, om iets daarvan het hunne te doen zijn. Af en toe een aanval van woede: de verbeelding in brand. Vuur bij Woudenberg; bij Wim Draaier lichte laaie. „Uit hun hoerekroegen moest je ze halen. Van hun vreetpartijen weg. De vrouwen aansleepcn en stuk voor stuk opvreten. De hoeden-pooiers voor de straathonden. Een millioen kantoor-pooiers voor de zwervertjes; lusten ook wel ’s wat. In de drek dermee. Ha! „de boeren deromheen! in hun drekputten! de dochters mèt de dames leeren wat jonges zijn. Honger, ik heb honger godver — ik kan de wereld leegvreten, ik slik alle onkruid in, een goeie maag gooit het vuil der wel van weg.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.