West-Europese landen en hoopte eveneens op een verheffing van het Joodse volk door het brengen van de algemene cultuur onder de grote massa. Hier echter kon dit streven een goede klankbodem vinden, doordat de in grote groepen levende Joodse bevolking een sterk nationaal karakter had en behield, zodat een autonome ontwikkeling, waarbij de invloeden van buiten wel aanwezig, maar niet in alles beslissend waren, hier mogelijk was.
De strijd tegen de overgeleverde vormen was hier nog heftiger dan in Duitsland. De conservatieven hadden een buitengewoon grote macht en hun greep op het volk was veel krachtiger dan in het Westen. Jarenlang duurde de polemiek in woord en geschrift. Ook in het Oosten was het de inhoud en de taal van Tanach, die als wapens dienst deden om de orthodoxie te bestrijden. Het tijdperk van Tanach werd verheerlijkt: de vrijheid, die toen bestond, vergeleken met de onderdrukking door de bestuurders van de gemeente thans, het Hebreeuws van Tanach gesteld tegenover de verdorven schrijf- en spreektaal van het ghetto.
De nieuwlichters beleefden echter niet veel pleizier van het veld winnen van hun ideeën. Want evenals in het Westen was het aanvaarden van hun gedachtenwereld voor de meeste Joden slechts een overgangsstadium naar de volledige assimilatie met de omgeving. De Hebreeuwse taal en cultuur werden vergeten. Jehoeda Leib Cordon, één van de dichters uit dit tijdvak, die zijn leven lang de voorvechter geweest was van een opleven van de cultuur in vrijzinnige geest, moest zich op het eind van zijn loopbaan
13