26
In Berlijn zaten als z.g. Noorse „Ehren-Haftlinge” o.a. Prof. Seip •en Dr. Hjort, die samen clandestiene lijsten opstelden van Noorse politieke gevangenen in Duitsland en deze lijsten in Stockholm wisten te krijgen. Stockholm zond afschriften door naar Londen en Londen naar de Noorse Legatie te Bern en naar Mr. Anker te Genève, de onofficiële Noorse vertegenwoordiger en het Comité International de la Croix-Rouge.
Zoals de heer Ditleff het uitdrukte ia men in den beginne met alle listigheid van een slang te werk moeten gaan om uiteindelijk, gesanc-tionneerd door het Duitse Rode Kruis, de politieke gevangenen te kunnen helpen.
Hoewel men tenslotte legaal optrad als Noorse Rode Kruis en als Noorse Regering, gebeurde dit alles toch met de grootste geheimzinnigheid, aangezien anders elk moment een ingrijpen zowel van Duitse als van geallieerde zijde kon dreigen.
Nimmer mag hierbij uit het oog worden verloren, dat de geallieerde mogendheden geen medewerking konden verlenen tot het ten dele doen doorbreken van hun eigen blokkade-maatregelen.
Wat het aantal verzonden pakketten betreft wordt geschat, dat:
a. vanuit Oslo in totaal circa 100.000 privé-pakketten zijn verzonden, betaald door familieleden en vrienden;
b. vanaf Mei 1943 in Zweden circa 4000 pakketten per maand zijn klaar gemaakt door het Zweedse Rode Kruis en de Y.M.C.A., in den beginne betaald door vrienden van Noorwegen, vanaf de aan vang van 1944 door de Noorse Regering;
c. door het Noorse Gouvernement werden gefinancierd; de kleine pakketzendingen via Lissabon en Madrid, de zendingen ad circa 200 pakketten per maand uit Egypte en de aanzienlijk belangrijker zendingen uit Genève;
d. tenslotte: de Denen en de in Denemarken levende Noren financierden de zendingen uit Kopenhagen.
Vast staat, dat de. Noorse Regering in Londen zich nimmer tegenover andere regeringen of nationale Rode Kruis-verenigingen heeft kunnen uitlaten over deze perfect lopende, volkomen geheim gehouden doch tenslotte toch legale organisatie, aangezien ze uitermate bevreesd was, dat de geallieerde mogendheden — tegen wier wens, doch oogluikend toegestaan, deze actie geschiedde — op een kwade dag alle pakketzendingen zouden verbieden, indien hieraan enige ruchtbaarheid zou worden gegeven.
Tot zover het verslag van de heer Verspyck.
Minister Lange bevestigt nogmaals zijn verklaringen in een afzonderlijk schrijven, hetwelk als bijlage 37 in dit rapport is opgenomen.
Als gevolg van het bezoek van de heer Verspyck aan Stockholm ontving de commissie van de heer Beer — secretaris-generaal van het Zweedse Rode Kruis — een brief, welke eveneens zeer belangwekkend is.
De commissie heeft behoefte haar grote bewondering en waardering uit te spreken over de grootscheepse, energieke wijze, waarop het Zweedse Rode Kruis en diverse Zweedse instanties zich hebben ingespannen om aan de verzoeken tot hulpverlening van diverse rege-