25
concentratiekampen (echter niet naar de Nacht- und Nebellager). (§)
Toen Quisling in de herfst van 1943 in Noorwegen aan het bewind kwam, verbood hij deze officiële Rode Kruis-zendingen. Het Duitse Rode Kruis handhaafde echter zijn in Augustus 1942 reeds gegeven toestemming aan familieleden om via de post pakketten naar Duitse concentratiekampen te sturen en maakte nimmer veel bezwaren, dat het Noorse Rode Kruis te Oslo — ondanks Quisling — aan betrokkenen hierbij alle hulp verleende.
Wat de evacuatie der Scandinavische politieke gevangenen betreft, had de Zweedse Regering, dank zij connecties in Duitsland, dit probleem grondig voorbereid en liet zij vervolgens aan Graf Folke Bernadotte over, het ontworpen plan uit te voeren. Voor zover bekend, waren ook in deze de Duitsers bereid alleen Noren en Denen te helpen. Vanaf
10 Maart 1945 werden circa 5000 politieke gevangenen samengebracht in Neuengamme. Op 20 April (Hitler’s verjaardag) voerde men de zieken rechtstreeks af naar Zweden, terwijl de anderen werden overgebracht eerst naar een Duits concentratiekamp in Denemarken en op het allerlaatste moment naar Zweden.
In het verslag over de tweede bijeenkomst vervolgt de heer Verspyck:
Noorwegen had circa 7500 politieke gevangenen in Duitse cpncen-tratiekampen, die vanuit Oslo als centrum konden worden geholpen, omdat men Zweden — dank zij de lange gemeenschappelijke grens — altijd kon bereiken en daar altijd alle geheime medewerking voor het broederland vond.
Gedurende de oorlogsjaren kwamen steeds meer réfugé’s clandestien Zweden binnen, werden daar in de Zweedse administratie verwerkt en georganiseerd tot politiekorpsen, enz. Bij het eindigen van de oorlog was hun aantal opgelopen tot ruim 58000 personen.
De Noren vonden dan ook altijd daar te lande geld en voeding en eigen illegale organisaties bereid om hulp te verlenen.
Deze bevoorrechte en ten volle uitgebuite positie had geen der andere oorlogvoerende mogendheden.
In Londen had men een Noorse afdeling van het Britse Rode Kruis (te vergelijken met het Londen-Comité van het N.R.K.). De bestuursleden waren rijke Noren, die reeds lang in Engeland woonden. Het belangrijke werk is echter in Oslo gedaan en via Zweden en Londen verder uitgedragen.
De Britse Regering handhaafde haar blokkade-maatregelen, wenste niet, dat aan andere groepen dan die, beschermd door de Conventie van Genève, levensmiddelen en geld van binnen of van buiten de blokkade werden toegezonden. De Britse Regering wist echter, dat dit via Stockholm, Kopenhagen, Madrid, Lissabon, Genève en Caïro toch gebeurde, protesteerde daartegen niet heftig, omdat de Noorse Regering te Londen hier nimmer enige ruchtbaarheid aan gaf. Had de Noorse Regering echter andere regeringen mee laten profiteren, dan had zij haar eigen werk zeer waarschijnlijk met één slag verder onmogelijk gemaakt, daar de geallieerden dit nimmer zouden hebben getolereerd.
(§) Het is de commissie bekend, dat men er desondanks in geslaagd is vanaf December 1943 aan de Noorse gevangenen van het „Nacht und Nebellager Natz-weiler" Rode Kruis-pakketten te doen toekomen.