dendoms naar inhoud en vormen. En hij weet die overtuiging, dat bewustzijn, die bezieling in een taal te gieten, die getuigt van wetenschap en beschaving, die tintelt van geest, die overvloeit van ge-dachten-rijkdom, maar die ook aangrijpen kan door innigheid en geeselen door bijtend sarcasme. In zijne predikatiën, in zijne voorlezingen, in zijne gesprekken onthult hij verpletterend de holheid, de ledigheid, de oppervlakkigheid, de dwaasheid der reform-mannen, die het onschatbaar levend Jodendom wegwerpen voor waardelooze speelpenningen. Wel was zijn stijl en gedachtengang vaak te diep, te vreemd, te gecompliceerd, vaak moeilijk te volgen, vaak voor den gewonen hoorder onverstaanbaar. Maan hij boeide, sleepte mede, al verstond men hem ten halve. Men gevoelde, daar sprak een scherpe geest hooge, heilige waarheden uit. En het zalvende geestelooze geteem der tempelieren zonk daarbij in het niet.
Bernays — of Chacham Bernays, zooals hij zich naar Sephardische wijze, om de tegenpartij te imponeeren, noemen liet — arbeidde invloedrijk aan de verbetering van orde, aan het doen verdwijnen van misstanden. Streng vroom en godsdienstig, en daarnaast strevend naar beschaafde vormen, wist hij voor zijne veranderingen allen te winnen. Doch meer nog werkte hij, doordien hij voor een kring van jongelieden en mannen op treffende wijze de wetenschap, de literatuur des Jodendoms ontsloot, waarbij hij vonken van geest aan diep denken, uitgebreid weten aan innig gevoel wist te verbinden. En hij plantte in de zielen van verscheidenen, vooral van eenige begaafde leerlingen, een opgewekte, hoopvolle, ideëele liefde tot hun volk en hun onvervalscht traditioneel geloof. Chacham Bernays werd als door God gezonden. En wanneer hij ook in den loop van zijn dertig-jarige ambtsvervulling niet geheel volbrengen kon, wat men van hem verwacht had, wanneer het ook vaak bleek, dat hij meer geleerde was dan Rabbijn, dat zijne energie niet praktisch, zijn organisatorische geschiktheid niet blijvend genoeg zich toonde, dat hij geen stalen zenuwen, geen kalm-ijzeren zekerheid genoeg bezat — toch heeft Bernays de gemeente Hamburg van ondergang gered, en daar een kern in het leven gebracht, die tot op dezen dag de banier des traditioneelen Jodendoms omhoog houdt...
20