Rosj Hasjanah en Jom Kippoer

Titel
Rosj Hasjanah en Jom Kippoer

Jaar
1940

Overig
Auteurs: Sieg Gitter en Leah Gitter-Neubauer

Pagina's
84



morgen van Rosj Hasjanah, tijdens het Sjachariethgebed, op de Sjofar geblazen. Na de verwoesting van de tempel, in de tijd, dat de Romeinen telkens opnieuw Joodse bevrij-dingsopstanden moesten bedwingen, was het blazen van de Sjofar eens aanleiding tot een overval der Romeinen op Joodse gemeenten. De Romeinen waren opgeschrikt door dit geluid en meenden, dat het een sein tot opstand was. Sindsdien werd het Sjofarblazen bij het Moesafgebed ingelast, dat op een later uur werd uitgesproken, waarop over het reli-gieuse karakter der volksbijeenkomst reeds geen twijfel meer bestond. Nog later werd het eerste deel van de Tekioth vóór het Moesafgebed geplaatst.

Het blazen van de Sjofar tijdens het Moesafgebed — het voornaamste gedeelte der Rosj Hasjanah-liturgie — wordt voorafgegaan door een drietal inleidingen. Deze hebben, zoals uit opmerkingen van Rabbi Akiba in de Misjnah blijkt, ten doel, de mensen voor te bereiden voor het Sjofarblazen, de betekenis ervan te verklaren en het gemoed der toehoorders ervoor ontvankelijk te maken. De oervorm van deze inleidingen is al zeer oud en wordt reeds in de Misjnah behandeld. Zij zijn getiteld: Malchoejoth, Zichronoth en Sjofaroth.

Het zijn beschouwingen over de drievoudige betekenis van de dag, als begin van het jaar, als dag van het gericht en als feest van de Sjofar. Oorspronkelijk bestonden zij alleen uit telkens tien bijbelse verzen, — waarvan vier uit de Thorah, drie uit de Newie’iem en drie uit de Kethoewiem — die door een korte berachah werden afgesloten. Van het grote aantal verzen, waaruit in het begin vrijelijk werd gekozen, zijn tenslotte voor ons bepaalde overgebleven. In Machzoriem van verschillende Minhag komen echter nog steeds verschillen voor. Later werden als inleiding tot deze verzen hymnen toegevoegd, terwijl de berachoth op het einde een uitvoeriger vorm kregen.

Deze stukken worden toegeschreven aan één van de Amoraiem (Thalmoedgeleerden), n.1. Raw. Men neemt dit auteurschap aan op grond van Thalmoedcitaten over de „Tekiatha de Raw” (het ritueel van het Sjofarblazen, zoals dit door Raw is ingesteld). Deze Tekiatha de Raw was al spoedig algemeen verbreid onder de Joden en zij verwierf zich door haar inhoud een groot gezag. Zij is gehouden in een stijl, die in verhevenheid de visioenen der profeten benadert. Evenals de Misjnah was ook de Tekiatha de Raw voor de Thalmoedgeleerden steeds een bron van kennis over het wezen van het Jodendom en zijn wetten.

In de Malchoejoth wordt God verheerlijkt als Koning der

12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.