Levensgang, eerste deel

Titel
Levensgang, eerste deel

Jaar
1906

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
212



i9

tend half-cirkelend wijd, in de verte, droef-doodsch onder 't bladerloos takkengetril van stil-kale winterboomen. Op trottoirs stil-stappende aanloop van arbeiders, mal-druk opeengepakt in de winterende vroegte, met broodpak onder hun arm geklemd, of hang-schomme-lend, naast blikken bus, aan 'n touwtje van ondersten jasknoop. Bij vier en vijf liepen ze naast en achter elkaar, voortstappend-strak, zonder stem. In de lucht, loodgrijs, zacht-nevelig gesprei van wolkenkussens, schuivend-stil, neersomberend zwakken lichtval.

Vlugger liep Hein z'n weg af, zonder omkijken, met hoofd naar de steenen, die wemelend onder 'm weggleên, zich voornemend den eettrommel van z'n baas niét aan te halen. Blij was ie toch dat de stortregen had opgehouden. Nog klemden z'n schoenen van gisteren, gloeierig-nat, omknellend z'n bebulte voeten als nauwe kokers, striemend z'n wreef inschroevend. Gedachtloos soms trapte ie in vaal-spiegelende plasdiepten. Kous-siepering zoog dan door z'n schoenen naar binnen, bij eiken stap verder uitpersend zuigende modderblaasjes. Vanavond zou ie harder schreeuwen thuis, en zeggen, dat ie geen stap meer naar de fabriek zou doen, als ie met die kreng-schoenen, uitgeloopen aan allen kant, met uitgevreten zolen, moest blijven voortsjokken, zoo maar regen en modder onder z'n kousen opklontend. In plotselingen, kwaadwilligen moed nam ie zich voor, den heelen weg lang in modderplassen te kletsen. Rillend bij eiken voetstap, slobberde hij zóó het nog korte endje af. Zijn baas zou dan óók zien dat hij die vodden niet langer dragen kon. Uit doe ik ze! nam ie zich voor, al dondert ie me zoo de molen af. Zoo voortsuffend, in voorbereidend bedenken van brutale antwoorden, met lollige voorstellingen in zich zelf hoe z'n baas wel de pest in zou hebben, was ie vlak bij de fabriek gekomen. Zware aanroffeling van raat'lend wagengehos uit dwarsstraat hield even hem staan, in rammeiend gedreun de ochtendstilte doorscheurend.

Een paar gaspitten van verstellicht schemerden al flauwgelig-rood achter dampige, groezelig bekraste ruiten van fabriek, becir-kelend de vensterbogen in violet-bleeke krinkels, tegen onzekere dagklaring die stijgen kwam. Grijnzend, in logge sombering, triestte de fabriek de straat in. Tegen de vlakke ruitenregelmaat der ver-diepingshooge opstapeling van bedwalmde vensters, waar-voor de winterochtend in kille nietwijkende grimmigheid goorde, treurde het licht als kaarsschemering naar binnen. Telkens wipten door de nauwe poort rechts, in groepjes, slijpers, pretmakers, soms tegen elkaar öpbonzend met lawaaierigen moedwil, om dan ruglings, zonder handbeweeg, elkaar naar binnen te drukken. Als uit holen losgebroken mummies, bleek-geelden de mannen en jongens achter 't deurpoortje weg, in dreungeweld óphollend de ijzeren trappen, die wentelend-nauw opduisterden naar hoogere werkkamers. Meer en meer groepjes werkers gulpten door 't zwartmuilige poortje, verdwijnend in den donkeren fabrieksromp.

Zacht-dansend flikkerden, stil verspringend in reien, de nog kleine

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.