Zegepraal

Titel
Zegepraal

Jaar
1904

Druk
1904

Overig
1ed 1904

Pagina's
486



zesde hoofdstuk.

Over de ontzetting van mijn droom ben ik nu weer heen.

De vreeselijkste droom, die mij pijnigt, duw ik met steenen wil op zij, zóó, dat niemand weet hoe hevig apart leedleven ik lijd in die droomhel 's nachts.

De bangste droom is niet bij machte me langer dan 'n kwartier te pijnigen. —

Maar een droom waarin jij alles bent, houdt me dagen stom en onder angstigen indruk. Wat je brief me weer een goddelijke verrassing was !

Er is geen naam voor je Florence ! Alles van mijn liefde en teederheid en woest en mijmerend verlangen smelt in den wonderklank van je naam.

Florence, hoe heb ik je lief.

O ! Wist ik de geringste vervalsching van teederheid en 'n doordringende zinnefijnheid, ik zou mezelf vervloeken, en bejammeren, de ziel die 't hooren ging.

O ! Wist ik de zwakste vervalsching in mij van 'n verlangen naar dit hoogste, verhevenste liefdeschoon, ik zou hier willen sterven, plots, met 'n smak, 'n sprong van m'n lichaam.

Maar ze is woest m'n liefde, woest en innig, allerdiepst en jaloersch, ze is grillig als 'n tooverslot, vol weerschijn van geluk en passie. En 't kristalblauw van den daghemel kleurt er wonderen van glans over heen.

Ja, ja Florence, ik zal je verder vertellen.

Maar ik smeek je liefste, laat mij m'n bekentenissen doen, tusschen den somb'ren verhaalgang van m'n ziekte. Ik moet je veel zeggen van onze natuur, nu we voor goed bijeen gaan leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.