104
Is 't niet of de demonische natuur, plots z'n schater laat verstommen, als ie ziet den jammerwrong van hun geschonden karkas, en ze nageeft 'n ziel, gevoeliger, subtieler dan van haar normale wezens ?
O Florence, ik zou 'n groot werk willen schrijven, waarin ik met heel mijn ziel kon zeggen, wat ik gezien heb, bestudeerd, doorleefd met blinden en kreupelen, wandrochtelijk gebochelden en verminkten. In den kring van zulk soort schepsels groeit 'n onbekend zieleleven, waar maar enkele menschen in doordringen.
En dat zieleleven is geweldig!