VERZEN. 59
ziel der dingen tasten en uitzingen, watvèr boven alle wéten gaat.
En hoe uit de spheer der bijna onzegbare, bijna alleen te fluisteren levensgeheimen Iyeopold naar de ״werkelijkheid" kan dalen en toch diep van schoonheid blijven, blijkt b.v. uit het gedicht: Kinderpartij.
Danst, danst tesamen een rondedans met hand in hand en hooggedragen omrankende armen en op een trage zangwijze het voetverzetten thans, rondom het meisje, dat er jarig geworden is, dat zij eenparig omgaven en dan in elkaar schakelden zij de tengere handen, tilden ze op als een guirlande en waren er met hun omgang klaar; vriendelijk, teederlijk eensgezind ter tiende verjaring van het kind.
Danst, danst, laat helderroode lippen en lichtende oogen iets als stippen van kleuren, bloemenkleuren zijn, als purper en diep karmozijn in dit vertrek en in den krans van uw gestrengelden rondedans; als enkele bladen, sprenkelbladen aan kronen stil gerijpt, geglipt van kelken, door wier wanden heen het net en weefselwerk verscheen der aren en hoe het was geribd, nu dat het licht er toegang had; als het onschuldig bloesemblad de omgestulpte, uitgeschulpte kommetjes met een welig vocht, of bootjes op een blijden tocht, de holle, op ademen gevaren langs al de banen, die er waren bij open lentedag, een buit van zonlicht en van winderigheid....
Gij meent de impressionahteit van Gorter te hooren, de zingende manier om het werkelijkheidsleven te beelden en tegelijk óm te scheppen tot een soort van