Israël onder de volkeren

Hij gaf hem den naam Bar Kochba of zoon der sterren.

In het eerst ging alles naar wensch. Bar Kochba verzamelde een machtig leger en verjoeg de Romeinsche bezetting uit tal van steden. De Romeinsche stadhouder moest vluchten en Bar Kochba liet munten slaan tot teeken van Judea’s onaf-hankelijkheid. Het aantal zijner aanhangers vermeerderde met den dag, zoodat de Romeinsche keizer eindelijk besloot, den opstand met kracht te bedwingen. Hij zond zijn bekwamen veldheer Julius Severus naar Judea, om Bar Kochba’s macht te vernietigen. De Romein durfde den Joodschen veldheer niet in het open veld slag leveren, door verraderlijke over-vallen wist hij echter het Joodsche leger te verzwakken; ook heroverde hij langzamerhand alle steden, zoodat ten slotte nog slechts de vesting Betar in handen van Bar Kochba was. Hier verzamelde deze nu al z\jn manschappen, bereid, zich tot het uiterste te verdedigen. De Romein sloot de stad nauw in en sneed den toevoer van levensmiddelen af. Ruim een jaar duurde het beleg; eindelijk, door verraad, viel de stad den vijand in handen. Op den 9^den Ab, den dag, die reeds tweemaal getuige was geweest van Israels val, drongen de woeste Romeinen de vesting binnen en namen vreeselijk wraak. Duizenden Joden werden gedood en duizenden als slaven verkocht. Zoo droevig eindigde de schoone droom van R. Akiba en Bar Kochba.

Nu wilde de keizer den Joodschen godsdienst geheel uit-roeien, daar deze volgens zijn meening den opstand veroor-zaakt had. Op den tempelberg werden afgodsbeelden geplaatst; Jeruzalem werd met heidenen bevolkt en geen Jood mocht de stad naderen. Wie de goddelijke geboden nakwam, werd op verschrikkelijke wgze gestraft. Ook thans gaven de wet-geleerden in Israël blqken van hun moed en trouw aan het geloof. Tien hunner, onder wie ook R. Akiba, stierven liever onder vreeselijke folteringen den marteldood, dan