54 ERETS ISRAËL
amandelaanplantingen. De amandelen gaven in dit jaar een heel rijken oogst.
Van uit Rosch Pinah bezocht ik de stad Safed. De weg er heen voert door een mooi en vruchtbaar dal, rijk aan water. Bij Safed vormt het dal één grooten tuin. De bevolking bestaat ook hier bijna voor de helft uit Joden. Safed is een oude vesting en de stad heeft in den loop der tijden, zooals trouwens deze geheele streek, veel door aardbevingen te lijden gehad.
Op de Joodsche bevolking in de steden kom ik later terug, de Joodsche kolonies boezemen mij meer belangstelling in, en den volgenden morgen gaat de reis verder naar de kolonies Mischmar Ha Jarden (de wachter aan den Jordaan) en Jessud Ha Maala, twee kleine akker-bouw-kolonies, die harde jaren achter den rug hebben. In Jessud Ha Maala nemen we nog een extra-gids en een paar muildieren. We willen des avonds nog de Joodsche kolonie Metullah bereiken, noordelijker gelegen dan de andere kolonies, en vrijwel geïsoleerd. Maar het weder was ons tegen, de regen gutste bij stróomen neer en wij kwamen met onze pakdieren maar langzaam vooruit. We trokken nu langs het meer Huleh, waardoorheen de Jordaan vloeit vóór deze zich in het meer van Tiberias stort. Het meer moet rijk zijn aan wild; vooral pelikanen schijnen er veel te huizen. Het wordt meer en meer moerassig; de vlakte ten noorden van het meer is reeds een en al moeras, en twee van onze