IIKT JOODSCHK LAND. 53
dekt met villa’s en badhuizen en zeker zijn er weinig plekjes op de wereld met een zoo goed klimaat als aan het meer van Tiberias.
Op een Zondagochtend dreven we heel vroeg in een zeilbootje over het spiegelgladde meer. De roeiers moesten te hulp komen, want er was bijna geen wind. Ik geloof dat het meer van Tiberias mij het liefste is van heel Palestina. Natuur en atmosfeer geven er een gevoel van tevredenheid en welbehagen, zooals ik nergens elders in Palestina ondervond.
We landen bij Capernaum en zijn dadelijk te midden van de bouwvallen van een reusachtige synagoge Er is nu een Franciscanerklooster, vanwaar bij de opgravingen toezicht wordt gehouden. Nooit zag ik een synagoge van zulke afmetingen. Het meeste is nog onder den grond verborgen. Nu wil men met veel zorg trachten alles zooveel mogelijk te reconstrueeren, maar het is te vreezen dat er al veel weggehaald is om te dienen als bouwmateriaal in en bij Tiberias.
Bij Ain et Tabigha (de zeven bronnen) vinden we onze paarden, die we van Tiberias langs den oever van het meer hierheen gezonden hebben. We rijden nu door een vulcanische streek, hier en daar met weel-derigen plantengroei, naar de Joodsche kolonie Rosch-Pinah. Het aantal inwoners is 800. De bevolking leeft van akkerbouw en van de opbrengst van olijven- en