HET JOODSCHE LAND. 27
HET JOODSCHE LAND. 27
natuurlijk vinden zij het dat iedereen hun taal spreekt. Het is juist de dag van Poerim, het feest van Esther en Mor-dechaï. Met allerlei verhalen wordt de avond doorgebracht en we maken groote reizen in de Bijbelsche geschiedenis. Misschien zijn we hier niet ver van de plaats waar Jakob zijn broeder Esau weer ontmoette, die hem met vier honderd man te gemoet kwam. Dicht bij ons is een Arabisch kamp; ik stel mij voor dat onze Voorvaders er ook zoo hebben uitgezien als deze Arabieren met hun mooie semietische
Onze gids ie het land van Moab.
gezichten. En onder de
vrouwen, die men buiten beter te zien krijgt dan in de steden, zijn ware schoonheden. Wat een heerlijk fiere houding! Al heet het, dat zij hier in ’t Oosten door de mannen niet als hun gelijken beschouwd worden, zij zelven voelen zich er niet minder om.