Op water en brood

Titel
Op water en brood

Jaar
1916

Pagina's
198



29

De nieuwe man gaat er heen, vult een kroes met water en drinkt. Daarna komt hij weer bij mij aan de tafel zitten.

„Ik heb nadorst. Dat komt van dien vervloekten drank.”

„Hoe lang heeft u?” vraag ik gewoonweg.

„Zes dagen en zes nachten. Hoe kom ik ze door, hoe kom ik ze door.”

„Daar mot je niet aan denken,” troost boezeroen. „Als je er aan denkt, kom je er nooit door. Wil je een goeien raad van een ervaren man, die al de bajessen van het koninkrijk der Nederlanden van buiten kent en van binnen nog beter. Nou gaan je heen en je denk an niks. Je denk heelemaal an niks, aan geen muize-nesten of aan geen vaar en geen moer en geen kind. En je telt niet voor asdat je over de helft heen bin, ga dan aan het tellen. Dan loopt het af. Dat kan je nou aannemen van mijn.”

„Ik ben hier ook al meer geweest, al veel mieer,” zegt de nieuwe man.

„Altoos voor het zuipen?” vraagt de boezeroen, die kennis van zaken toont.

„Ja ... altoos door dien vervloekten drank. Nou heb ik principaal.”

„Wat is dat?” vraag ik.

„Principaal is hechtenis, die je moet afzitten, die je niet kèn betalen al wou je een millioen geven.”

„Bent u hier voor ’t eerst?”

„Ja, voor ’t eerst.”

„Dan zal ’t ook niet meevallen. Waarom bent u hier?” „Ik heb kwaad van den Duitschen keizer gezegd.” „Kenne ze je daar voor straffen?”

„Ik had boete, vijftig gulden.”

„Vijftig guldens. Dat is een som. Dan begrijp ik, dat je die gaat verdienen. Hoeveel dagen?”

„Tien dagen.”

„Ja, vijf gulden daags verdien je buiten niet zoo

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.