Twee weken bedelaar

Titel
Twee weken bedelaar

Jaar
1900

Pagina's
178



79

„Ja, of jij joef-joeffrouw zegt of jij zegt larie-laat-me-de-lellen-zien, daar doe ik een... op...”

„Is ’t nou uit of is ’t niet uit?” dreigde de baas. „De man doet niks. Ik zeg (vloek) en toen zeit hij...”

En weer begon de baas te lachen, met een groven, breeden lach en de Stomp met kleine kraaklachjes schudde mee van de pret en de orgeldraaier kwam met twee glazen jenever aandragen.

„Nou, daar ga je,” zei hij, meteen het glas voor zijn mond omwippend en na één slok tot mij :

„Vooruit, sla ’m dood! Jij kent rijmen en dichten, zonder je hemd van je... te lichten.”

„’k Drink niet,” zei ik.

„Van de blauwe knoop, as ik zoo eens vragen mag?”

„Slechte Ma-Ma-Magen.”

„Nou, ieder z’n meug, zei de boer en hij vrat... Ik zal ’m je niet opdringen hoor.”

En meteen zette hij het tweede glas aan zijn mond, maar de helft er in latend, ging hij er mee naar zijn vrouw, die bij de keukendeur te breien zat.

„Hier, laat je strot ook is ruiken.”

Ze nam het glas begeerig aan en keek er met welgevallen naar. De kleine jongen, die stil en slaperig op zijn stoel zat, werd opeens wakker.

„’k Mot ook een borrel hebben.”

„Jawel, ’k heb zelf maar een drop,” zei de vrouw.

„Nou en ik mot...”

„As je mot, zal ’k je d’r een geven...”

„Jij geeft wat. Vader, vader, ze wil mij slaan...”

„Wat heb je nou weer met dat kind?...”

„Die jongen is zoo bliksems brutaal tegen een groot mensch...” „Jij gort altijd met dat kind. Wat wou je dan?”

. „’k Wou ook een borrel hebben.”

De orgèldraaier begon te lachen.

„Hoor je, wat die kornuit vraagt, Dirk? Nou, zeg het nog is.” „’k Mot een borrel hebben.”

De venter begon ook te lachen. Hij ging met zijn hand in zijn broekzak, haalde er een zware groote portemonnaie uit met een dikken, koperen beugel, deed deze open, grabbelde er in, haalde er een half centje uit.

„Hier heb je wat van oom. Ga daar maar een borrel voor koopen bij Miet.”

,,’n Borrel kost vijf cent. Wat heb ik an een halffie,” zei het kind. De orgeldraaier keek rond en zocht vol vadertrots in ’t rond naar bewonderende oogen.

„Wille jelui is een wonder hooren van dat kind? Die weet meer namen voor ’n borrel, dan wij met elkaar. Zeg ’r is op, Willem..." „Voor een stuiver...”

„Eerst opzegge.”

„Eerst betale. Anders doe je ’t toch niet.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.