Twee weken bedelaar

Titel
Twee weken bedelaar

Jaar
1900

Pagina's
178



129

„Hier kunt u drie nachten achtereen slapen. U krijgt goede koffie en goed brood toe. Maar na den derden nacht moet u zich van een ander dak voorzien. Want deze inrichting is maar tijdelijk. Wij krijgen hier gewoonlijk arbeiders uit andere steden, die hier werk zoeken of voor een paar dagen werk hebben en dan hier een onderkomen vinden. Maar nooit langer dan drie nachten.”

„En als ik nu eens na drie nachten geen geld genoeg heb om in een duur logement te betalen en ik meld mij bij u aan, zoudt u mij dan wegzenden ?”

„Wellicht bij hooge uitzondering voor een enkele maal niet, doch ik kan er geen regel van maken. Ik ben voor strenge orde. Ik heb wel menschen hier aan de deur gehad, die smeekten om binnen te komen, maar er was geen veldbed meer beschikbaar. „Mijnheer, als ik maar op een bank of op den grond mag liggen, dan ben ik al tevreden,” zeiden zij. „Als ik maar van de straat ben.” Doch ik moest ze weigeren, omdat de orde dat gebiedt.”

„Mijnheer,” zeide ik, wijzend op een bijbelspreuk tegen den muur, „ik zie daar staan, dat de Heiland steeds in ons midden is. Zou nu de Heiland, indien ’s avonds een arm, verkleumd mensch om onderdak smeekte, dezen van zijn deur wijzen ?”

De directeur keek mij onderzoekend aan. Hij dacht even na en zeide dan:

„Voorzeker. Want de Heere Jezus zou zeggen, dat God een God van orde is en dat dus zijn wil geëerbiedigd diende te worden. En daar de orde voorschrijft, dat wij slechts een bepaald getal personen kunnen opnemen en dat men drie achtereenvolgende dagen recht op onderdak heeft tegen vijf cent per nacht, zou ik dus zondig handelen door tegen de orde in te gaan...”

„Ik moet nu weer weg. De knecht is ziek en daarom moet ik vanavond voor alles zelf zorgen.”

De directeur ging heen. Het bleef stil in ’t vertrek.

„Wat is ’t vanavond hier weer vervelend,” zei een man naast mij. „’k Wou dat de koffie al maar klaar was,” zei een ander.

„Is er hier niets te lezen ?” vroeg ik.

„Ja, de bijbel en daar is ook nog een boek...”

Men bracht mij een boek. Het was een bloemlezing van Engelsche en Fransche dichters, vertaald door Van Lennep, nu juist geen lectuur voor de gewone gasten van dit asyl, maar ditmaal mij welkom.

Tegen half negen was de koffie klaar. Wij kregen ieder een kom koffie, vrij goede koffie en twee sneden versch bruin brood, dat ook uitstekend smaakte. Doch vóór dat er gedronken of gegeten werd, sprak de directeur een gebed uit, waarin hij ook voor het herstel van de gezondheid van den knecht bad. Na ’t gebed kreeg men verlof om te eten en te drinken en onderwijl las de directeur een hoofdstuk uit den bijbel en knoopte daaraan eenige opmerkingen vast. Ik heb onthouden, dat hij zeide, dat ’t hem bevreemdde, dat de naam van den Zaligmaker zooveel van zijn invloed scheen te verliezen en dat hij in al de berichten omtrent den oorlog in Zuid-Afrika wel telkens den naam van God, maar niet éénmaal dien van

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.