Twee weken bedelaar

Titel
Twee weken bedelaar

Jaar
1900

Pagina's
178



103

„Hou nou je sm...l maar,” zei de baas, die zelf gebrekkig liep. „Zoo’n ongeluk kan een elkeen overkomme.”

„Nee, ’t aardige komt nou pas,” zei Dries, die de voordracht kende.

En Joele was zoo dik,

Stel u daarmee tevreden,

Als zij uit kuieren ging,

Dan rammelden al haar leden.

En Joele had een stem,

Die had je moeten hooren,

De muziekmeester kwam er bij,

Die wou haar maar gaan smoren.

En ook op Joele haar neus,

Daar mag ik wel in treden,

Als er een vlieg op kwam,

Viel hij dronken naar beneden.

„Nou, dat wèf zal ’m ook gelust hebben!”

„Hou dan toch je sm...l!”

En Joele kon inderdaad Een groote eetlust toonen,

Als zij aan tafel zat,

At ze vijf kop bruine boonen.

„As ’t niet anders is...”

En mocht mijn Joele eens,

In dit tranendal bezwijken,

Met zeegras opgevuld

Zal ze in de diergaard prijken.

En nu, geacht publiek,

„Gossie, wat een deftigheid, ’t Lijkt wel offe we op ’n bruiloft benne.”

En nu, geacht publiek,

Zal ik over mijn Joele zwijgen,

Maar als u ’t hebben wilt,

Kan u ’n portretje van haar krijgen.”

„Dat’s verd... aardig. Waar heb-ie dat vandaan?”

„Dat gaat je geen m...r an. Ik ken ’t. Wille jelui d’r nog een?” „Hij schudt ze maar uit z’n mouw.”

„Ja, je mot bij hem maar weze. As-ie begint, dan hoor je wat!”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.