Twee weken bedelaar

Titel
Twee weken bedelaar

Jaar
1900

Pagina's
178



102

weelderig. Jij mot (vloek) geen vleesch vreten. Toen je vanmiddag vrat, wist ik al weer dat het komme zou.”

De harmonica-speler hield op.

„Nou de voordracht,” zei de harmonica-speler.

„Nou, vooruit dan. Kenne jelui Joele ?”

„Ikke niet.”

„Ken jij het?”

De harmonica-speler moduleerde.

„Nee, dat is ’t niet.”

„Nou, dan zal ik ’r maar wat bij spelen.”

De gele man ging wat rechter in zijn stoel zitten en begon, met een stem, diep in de keel:

„Mijn Joele was zoo schoon •

En waarlijk uitgelezen,

Als zij niet leelijk was,

Had ze schoon kunnen wezen.

Toch Joele was zoo coquet,

Daar valt niet tegen te praten,

Haar haren kamde ze nooit,

In haar kousen had ze gaten.

„Ha, ha, zoo’n smerig wèf!” lachte de vrouw van den voordrager. „Hou je gezicht, val ’m niet in zijn redeneering.”

En Joele kwam mij voor,

Als helder bronnenwater,

Doch toen ik haar bekeek,

Leek ze op een oude kater.

„S...k. ’t Mos toch een kat zijn...!”

„Asse jelui je gezicht niet houwe, schei ik d’r meteen uit. Met die verd...mde klets d’r tusschen.”

„Ja, jelui brengen ’m maar van de wijs...”

„Mot jij d’r ook je darm weer doorspoele...”

En Joele kon ook inderdaad Met hare oogen prijken.

Het eene was van glas,

Uit het andere kon ze niet kijken.

En Joele kon ook, als zij sliep,

Ook heel aardig ronken,

Ze dronk ’s morgens maar een halve kan,

Dus was ze doorloopend dronken.

En Joele had inderdaad Ook een paar mooie beenen,

Haar eene voet was krom,

Aan de andere had ze geen teenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.