Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



169

Mijn vrouwtje wordt dat feeksje toch gewis...

Stil — ginds — daar is geritsel in de struiken,

Hier houd ik mij verborgen tot zij komt.

SCHOPPENJONKVROUW

Als hij mij nu maar vindt, ik vrees ik heb,

Hem ’t zoeken al te zwaar gemaakt en zoo,

Hij mij niet vindt en vindt hij wel een ander,

Dan heb ’k mijzelf te goed verstopt en kan,

Mijzelv’ als een verloren jonkvrouw achten,

De mannen zijn als vogels zeer voorzichtig,

Maar toch, met goede knippen vangt men ze.

SCHOPPENJONKHEER

(Hij sluipt zachtjes op haar aan en houdt haar de handen voor de oogen)

Daar is het kleine vogeltje gevangen,

En ’t zij niet vrij, voor dat het raadt door wien 1

SCHOPPENJONKVROUW

O ’k weet al wie mij plaagt, ik ken die stem,

’t Is Ruitenjonkheer, moedgen, lieven vriend.

SCHOPPENJONKHEER

Neen 1

SCHOPPENJONKVROUW Dan Klavrenjonker, kloek en geestig.

SCHOPPENJONKHEER

Neen !

SCHOPPENJONKVROUW Dan is het zeker Hartenjonkheer die,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.