Altoos zooveel houdt van verrassingen.
SCHOPPENJONKHEER
(haar teleurgesteld loslatend) En ik houd niet meer van verrassingen,
En zéér verrast mij ’t aantal van uw minnaars!
Ik dacht, 'k was eerste en 'k was éénigste.
SCHOPPENJONKVROUW
Dat ben je ook — je hebt jezelf verraden,
En zoo mij ’t raden al te licht gemaakt.
SCHOPPENJONKHEER Dus heeft niet Ruitenjonkheer je gevolgd ?
SCHOPPENJONKVROUW Maar jelui loopen ook in eiken strik!
SCHOPPENJONKHEER En Klaavrenjonker is niet kloek en geestig 1 SCHOPPENJONKVROUW
Noch houdt de Hartenjonker van verrassen,
Maar moedig, kloek en geestig ben slechts jij,
En ’t heerlijkste verrassen deed je mij.
SCHOPPENJONKHEER
Dus eindlijk mag ik op het jawoord hopen,
En hoef ik je niet langer na te loopen.
Als onverhoorde smeekling, heb dank.
Voor eeuwig zal ’k je trouwe minnaar zijn.