129
MAGIËRIk dank u, dan kan ’k heden hem nog spreken. Zeg mij .— is ’t moeilijk dezen vorst te naad’ren ?
(beiden zwijgen)
Vergeef, 'k begrijp, dat weet gij beiden niet,
Uw kleed duidt niet 013 vorsten-omgang, hier Koopt voor dit goud een bruiioftsstaat en als Gij zeer gelukkig wordt, denkt dan aan mij . . .
BANCOHeer, onze koning is een brave vorst,
Streng voor de eed'len, mild voor ’t arme volk, Hoe zwaar het is in d;t land voi van rassen, Wedijvrend met elkaar, elkaar verdringend,
Dat vaak het vuur der hartstocht wijsheid zengt, Hij, onaantastbaar boven de partijen,
Kent slechts één wet — rechtvaardigheid en plicht, En of ’t een volk is met zeer oude rechten,
Dan wel een zwerversstam van ver gekomen,
Of het een prins is of een vondelinge,
Hem is ’t gelijk — al deelen in zijn liefde.
CARTOLINAJa Heer, dees koning is der weezen vader,
Der deugden toonbeeld en der liefde spiegel.
MAGIËRMijn vrienden zie — niet dat ’k uw kleed veracht, Maar dat moet wel een groote koning wezen,
Als zelfs de bedelaar en de gevangene,
Hem roemen — en ik zal hem mededeelen,
9