3i
zijn oogen; want zonder hun hulp trad hij de deur uit en richtte tot de laatste schrede op mij hun blikken.
Hans had met hooge stem Ophelia’s woorden gelezen. Nu opeens leefde hij in Hamlet en hij deed alsof hij voor Ophelia stond en haar bij de pols greep en die stevig vast hield. Hij stond voor haar, haar met het oog doorvorschend en thans zag hij haar voor zich staan, met lang, goudblond haar, bruine oogen, een klein, fijn, teeder gezicht. Hans slaakte diepe zuchten, liep haar aanblikkend schrijlings naar de deur, opende de deur ....
In den gang rilde hij en kwam tot zichzelf. Daar stond moeder.