i3
,Jk zou het kunnen moeder, ik ... . want ik ben een held .... ik voel mij als een jongen Griekschen god, die afgedaald is van den Olympos om op de wereld wonderwerken te verrichten
Zij maakte haar armen zachtjes los en sloeg haar rechterarm om zijn schouders, drukte zijn hoofd tegen haar borst, streelde zijn wang. Toen drukte zij zacht en plechtig, drukte zij met heiligheid, een kus op zijn star, recht, voorhoofd.
,,Ja mijn jongen, jij zoudt het kunnen. Jij, jij. Jij zult alles kunnen wat je zult willen, jij bent mijn held, mijn jonge god, mijn hemelsche schat. Ik geloof in je, Hans, ik je moeder, je eigen moeder, je allereigenste moeder, je allernaaste, je eigen vleesch en bloed. Ik ben blij, dat ze je weggestuurd hebben en ik weet het nu ook, waarom ....
,.Jij waart te groot voor Willemsoord, mijn heilige zoon, te groot, te groot.”
En zij kustte hem nogmaals met eerbied op het 3tugge, steile voorhoofd.