Opgedoken

Titel
Opgedoken

Jaar
2009

Pagina's
176



Onze kaarten gaven we aan mevrouw Van Hartingsveldt. Maar toch was de voedselvoorziening problematisch. De porties waren minimaal, te weinig om van te leven en te veel om van te sterven.

Verbazingwekkend genoeg duurde het meer dan een jaar, voordat onze stamkaarten waardeloos werden.

Tijdens het lezen van mijn dagelijkse lectuur ontdekte ik op een dag een artikel in de krant dat in grote letters kopte: “Wie joodse onderduikers in huis heeft en zichzelf aangeeft, gaat vrijuit.”

Ursel en ik waren als verlamd. Zou het echtpaar Van Hartingsveldt zich hierdoor laten beïnvloeden? Zoals gewoonlijk legde ik de krant terug op het tafeltje in de gang. Na het avondeten kwam de heer Van Hartingsveldt naar ons toe: “U hoeft niet bang te zijn dat ik u zal aangeven. Ik heb ‘ja’ gezegd en daar blijf ik bij.”

Het was een pak van ons hart. Carel van Hartingsveldt was een goed mens, daaraan hoefden we niet te twijfelen.

Een gebeurtenis in de eerste maanden van ons verblijf in Alkmaar hield ons heel erg bezig. Verzetstrijders hadden op 27 maart 1943 het Bevolkingsregister van Amsterdam overvallen, met het doel de lijsten te vernietigen, waaruit de Duitsers konden vaststellen wie als jood geregistreerd stond. De overval was goed voorbereid en vond plaats op het tijdstip dat de wacht wisselde. Kees Roos had de verzetsmensen de informatie in handen gespeeld. De inbraak slaagde en veel documenten werden verbrand, maar de groep werd verraden en ingerekend. Op 13 april werden ook Kees en Ans gearresteerd. In juni deed het hof uitspraak.

Ans, 26 jaar oud, kreeg een gevangenisstraf van een jaar die zij moest uitzitten in Kleef.

Kees, als politieman in overheidsdienst, werd ter dood veroordeeld. Hij was net 30. Als speciale gunst mocht hij voor zijn terechtstelling zijn pasgeboren baby zien, een meisje.

We rouwden intens om Ans en Kees Roos.

Dave en Ria, die ons regelmatig bleven opzoeken, hadden meer jobstijdingen voor ons.

Bijtijds had ik Dave gevraagd contact op te nemen met mijn nicht, Ilse Grünebaum-Meyer en haar man, om ook voor hen te bemiddelen bij het vinden van een onderduikadres. Maar zijn poging was vergeefs. Ilse had tegen hem gezegd, dat het voor hen niet mogelijk was om zich te verbergen, omdat haar man - een orthodoxe jood - alleen maar kosjer kon leven. Korte tijd later werden zij gedeporteerd.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.