Opgedoken

Titel
Opgedoken

Jaar
2009

Pagina's
176



telpakken, om de routine niet kwijt te raken. Dat deed ik in een kamer op de bovenste verdieping die ons overdag als woonkamer ter beschikking stond.

Soms brachten Map en Clien boeken mee, die zij in de bibliotheek voor ons hadden geleend. Die twee waren trouwens ontzettend attent en bekommerden zich heel hartelijk om ons. Map werkte bij de telefooncentrale in Alkmaar en Clien als kraamverpleegster in het ziekenhuis.

In de late middag werd de krant bezorgd, die ik als eerste mocht lezen. Om mij te informeren over de toestand in de wereld, stond mij een radio ter beschikking, die de familie Van Hartingsveldt ondanks het bevel daartoe niet had ingeleverd. Het toestel stond in een kamer op zolder. Daar luisterde ik naar de BBC, Radio Oranje, of de berichten voor de Wehrmacht. Na het luisteren, verstopte ik het toestel in een hokje onder drie ramen, dat van buiten niet zichtbaar was. In die ruimte die nauwelijks groter was dan een kist, zouden wij ons in noodgevallen moeten verbergen.

De heer Van Hartingsveldt drong erop aan om ’s avonds met ons te gaan wandelen. “Een uur frisse lucht per dag zal u goed doen.”

Omdat we geen ‘ster’ meer droegen, konden we het wagen om na achten naar buiten te gaan. Maar we werden er ontzettend zenuwachtig van. Ik ging steeds slechter slapen en na een paar weken bracht ik de moed op om de heer Van Hartingsveldt erop aan te spreken: “Ik geloof, dat die wandelingen te zenuwslopend voor ons zijn. We willen er voortaan liever van afzien.” Tot mijn verrassing stemde hij in: “Ja, ik voel het net zo.”

Maar om voldoende te bewegen, liep ik duizend keer het smalle gangetje voor onze kamer op en neer. Dat kostte me circa twintig minuten, ’s Avonds gingen we ongeveer een kwartier op het balkon staan om frisse lucht te krijgen.

Om de veertien dagen kwam Dave ons opzoeken. Dat had hij zo met de heer Van Hartingsveldt afgesproken. Half maart kwam hij voor het eerst, samen met Ria Vervoort. Er werd al lang niet meer getwijfeld aan haar mentaliteit.

De man van Ria’s moeder, de heer Orlemans, werkte bij de gemeenteadministratie van een Amsterdams stadsdeel, bij de afdeling die de distributiekaarten verstrekte.

We gaven hem onze stamkaarten, die hierop recht gaven. Zo lang de stamkaarten nog geldig waren, was Dave bereid om bij de heer Orlemans onze distributiekaarten te halen. Zo gauw als de kaarten geblokkeerd waren, zou de heer Orlemans, als hij Dave in het vizier kreeg met z’n hoofd schudden en zou hij weggaan.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.