Opgedoken

Titel
Opgedoken

Jaar
2009

Pagina's
176



was gegaan. Ik observeerde hem vaak hoe hij in zijn zwarte uniform voor de spiegel stond te draaien.

Onze arbeidsvoorwaarden werden moeilijken Een uit Duitsland gestuurde accountant inventariseerde pijnlijk nauwkeurig. Weken achtereen controleerde hij wat maar enigszins te controleren viel. Maar hij kreeg niet alles in handen. Het lukte Günther Klein wat goederen bij een christelijke kennis onder te brengen en die te redden uit de klauwen van de accountant.

In december, na de Japanse aanval op Pearl Harbour, vochten de Verenigde Staten mee aan de zijde van de geallieerden. Dat bericht gaf ons weer hoop, op een dag bevrijd te worden - tenminste als we zouden overleven.

Het jaar 1942 begon met een deprimerend bericht: Günther Klein mocht zijn confectiebedrijf niet meer in. In het kader van Arisierung’ werd het bedrijf overgenomen door een zekere heer Siefsinski, eigenaar van een firma in Mannheim. Hij was officier bij de Duitse Wehrmacht en verscheen soms in uniform.

Omdat ik als vakman voor het ontwerpen van confectie ‘onmisbaar’ was, werd ik vooralsnog niet ontslagen, maar zelfs betrekkelijk fatsoenlijk behandeld. Ik deed niets om mijn positie in gevaar te brengen. Ik probeerde tijd te winnen. Heimelijk had ik al lang besloten om mij samen met Ursel te verbergen voor deze barbaren, zodra zich een gelegenheid zou voordoen.

Onze situatie werd gevaarlijker, de wetten tegen joden strenger. Eind april 1942 werd de ‘jodenster’ in Nederland ingevoerd. Tegelijkertijd werd het joden verboden van het openbaar vervoer gebruik te maken en telefoon te hebben.

Met een gele davidster zichtbaar, links op borsthoogte, moest ik nu elke dag naar de Keizersgracht lopen. Dat duurde een half uur. En omdat ik soms ‘s middags naar huis ging om een boterham te eten, was ik dagelijks twee uur onderweg. Terwijl ik daar liep, werd ik herhaaldelijk door Nederlanders gegroet, zodra ze mijn ‘jodenster’ zagen. “Ja”, dacht ik, “we zijn het uitverkoren volk. Uitverkoren, om duidelijk te maken, wie goed is en wie slecht.”

Ik ging fietsles nemen, om te trachten mijn woon-werkverkeer te vergemakkelijken. Fietsen was joden nog toegestaan. In Nederland, in tegenstelling tot Duitsland, was de fiets heel gangbaar. Ik constateerde dat ik geen aanleg had. Om de haverklap viel ik en sleurde mijn instructeur mee. Gelukkig kon ik mijn armzalige pogingen om te leren fietsen snel staken. Joden, die in bedrijfstakken werkten die ‘belangrijk waren voor de oorlogs-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.