De vernietiging van de Joden in Polen

de ingangspoort gedood waren, drongen de tegenstanders door tot in de corridor, door troepen strijders ontvangen, die zich tot de laatste harteklop verdedigden. Toen de eerste étage veroverd was, zette zich de worsteling op de trap voort, die naar de tweede étage voerde. Uit de kamers op de tweede étage stormden de in Duitse uniformen geklede opstandelingen te voorschijn en vielen de aanvallers aan. Begunstigd door de in het donker heersende verwarring, kon de vaandeldrager, die op een borstwering stond, naar de derde étage vluchten. Een ogenblik verdween daarom de vlag. maar enkele minuten later waaide ze opnieuw, maar nu vanaf de derde étage.

Een uur daarna woei ze nog enkele minuten van de vierde. Dan, toen het schieten ophield, hoorde men iets in het donker naar beneden vallen. Het was de jonge vaandeldrager, die zich als in een lijkkleed, in de vouwen van de vlag van de opstand gehuld had, en die op de grond vermorzeld werd. Twce-en veertig dagen had hij de vlag bewaakt. De vlag was rood van zijn bloed, zijn lichaam was doorboord met kogels.    ' j

De volgende dag pochten de ,,triumphators” erop, dat het ghetto van Warschau opgehouden had te bestaan.

Na de heldendood van de laatste deelnemers aan de opstand. zei Radio Londen in haar uitzending van 25 Mei 1943: ,.Hct bloeddorstige Duitsland heeft zijn macht tegen een handvol mensen getoond, wier enige macht bestond in hun superieur heroïsme en in de vastbeslotenheid liever te sterven, dan in handen van de vijand te vallen. Hoe armzalig is de triomf van de overwinnaars ten opzichte van de geweldige geestkracht van die strijders uit het ghetto van Warschau!”

BALANS VAN DE OPSTAND.

In zijn reeds geciteerde, in de Palestijnse krant ..Dawar” van 7 April 1944 gepubliceerde opstel, heeft de heer Mosjeh Pragier de balans van de verwoestingen opgemaakt, welke de Duitsers tengevolge van de opstand in het ghetto van Warschau veroorzaakt hebben. Hij zegt hoo’fdzakelijk het volgende:

„Reusachtig hoog zijn de verliezen aan mensenlevens. De

57